Pijnkliniek
Over de pijnkliniek
Pijn is een subjectief symptoom dat uitsluitend door de patiënt wordt gevoeld.
Er bestaat geen onderzoek om pijn aan te tonen en te meten. De specialist in de pijnkliniek moet de pijn zo goed mogelijk objectiveren door middel van woorden, de geschiedenis en klinische onderzoeken tijdens de raadpleging.
Pijn is in de eerste plaats een waarschuwingssignaal en het eerste dat de arts moet doen is zich ervan vergewissen dat er geen onderliggende te behandelen ziekte is alvorens de pijn zelf te behandelen.
Pijn kan acuut of chronisch zijn.
Acute pijn is een pijn die beperkt is in de tijd maar van grote intensiteit is. Ze kan postoperatief of posttraumatisch of zelfs spontaan zijn.
Pijn wordt chronisch genoemd wanneer de duur ervan langer dan 3 maanden is. Ze is minder intens maar moeilijker om psychologisch te ondersteunen, want de evolutie ervan is minder voorspelbaar.
De dienst Anesthesie is bijzonder gesensibiliseerd voor het beheer van acute postoperatieve pijn door, op de meest geschikte manier, een postoperatieve pijnbehandeling in te stellen (orale medicatie of via injectie, plaatsing van een pomp met morfine of lokale anesthetica, zenuwblokkers, ...)
De Europa Ziekenhuizen bieden een dienst Algologie (Pijnkliniek) aan op de site St-Elisabeth en de site St-Michiel. Hij bestaat uit specialisten in anesthesiologie die een lange ervaring hebben in pijnbeheer.
De behandeling van chronische pijn is multidisciplinair en de anesthesisten werken nauw samen met hun collega's: orthopedische chirurgen, neurochirurgen, radiologen, neurologen, reumatologen, fysische artsen, psychiaters. Op de dienst kinesitherapie wordt ook vaak een beroep gedaan.
De aangeboden behandelingen zijn medicijnen, fysische behandeling (op bewegingen gebaseerd)of invasieve behandeling (infiltratie, zenuwdesensibilisatie, sympatholyse, ...).
Het beroep op chirurgie is het laatste redmiddel als:
- de pijn een aanzienlijke handicap veroorzaakt voor de patiënt
- medische onderzoeken het pijnsymptoom bevestigen
- geen enkele andere niet-chirurgische behandeling de patiënt helpt
- de pijn gepaard gaat met alarmerende symptomen
Het maken van een afspraak gebeurt op persoonlijk initiatief van de patiënt of op vraag van een verwijzende arts, specialist of huisarts. Artsen kunnen de pijnklacht geheel of gedeeltelijk opvangen naargelang de vraag van de patiënt of de verwijzende arts.
Als er vóór de eerste raadpleging medische onderzoeken buiten de Europa Ziekenhuizen zijn uitgevoerd, is het belangrijk dat de patiënt op het moment van de raadpleging over de resultaten daarvan beschikt.
Er moeten geen documenten worden doorgestuurd vóór de eerste raadpleging.
In geval van infiltratie zal bijzondere aandacht worden besteed aan geneesmiddelen die de bloedstolling remmen (aspirine, anticoagulantia, antiaggregantia, ...). Deze moeten worden stopgezet na toestemming van de behandelend arts. Een biologische controle van de bloedstolling na minder dan 6 maanden is ook noodzakelijk (PTT of INR, bloedplaatjes, TCA of aPTT). Deze bloedanalyse wordt aangevraagd door de verwijzende arts.
De patiënt zal het resultaat van deze analyse doorgeven als de bloedafname buiten de Europa Ziekenhuizen wordt uitgevoerd.
Er moeten geen documenten worden doorgestuurd vóór de eerste raadpleging.
De meeste infiltraties worden vergoed door het RIZIV, maar sommige zijn volledig ten laste van de patiënt.